Column

Moslims in openbaar bestuur – is onze cynische blik wel terecht?

15 april 2022 om 17:00
Leestijd 3 minuten
Array
Foto: Unsplash

Meten met twee maten is waar we als moslims terecht tegen ageren. Want waarom mag je als moslim wel een rookpauze nemen, maar als je in diezelfde tijd het gebed gaat doen, is het opeens moeilijk? En waarom ben je als je een hoofddoek draagt opeens ‘dommer’ als vrouw, omdat je zogenaamd onderdrukt bent? Om maar even twee voorbeelden te noemen.

Maar je kunt niet een ander van iets betichten en niet zelf ik de spiegel kijken om te zien of jij zelf niet ook met twee maten meet.

Ik zeg dat omdat – nu er steeds meer moslims op invloedrijke posities komen – dat ‘meten met twee maten’ precies is wat er gebeurt.

Hoe durven we een burgemeester als Ahmed Aboutaleb te benoemen als een verrader en een ‘bounty’? Hoe kunnen we een Kamerlid als Kauthar Bouchallikht niet serieus nemen als de bevlogen activiste die ze is?

Hoe kunnen we cynisch zijn over – en geen geld over hebben voor – allerlei mooie initiatieven die moslims in Nederland uit de grond stampen. Waarom is er steeds dat wantrouwen of het wel ‘islamitisch’ genoeg is? Waarom kijken we niet naar de intentie waarmee er gewerkt wordt aan iets waar een ander duidelijk een passie voor heeft.

Het cynisme over het ‘lukken’ van een project druipt er vaak van af.

Ik zie het als een ziekelijke vorm van jaloezie, die we nodig naar een aanvaardbaar niveau moeten brengen.

Hoe moeten we als moslimgemeenschap ooit groeien als we naar onze ‘eigen’ mensen anders kijken dan naar een ‘gewone’ collega, buurman, ondernemer of politicus. Waarom belasten we onze ‘eigen’ mensen met onze oordelen over of het wel of niet klopt met ons geloof?

Aboutaleb wordt gezien als een verrader omdat hij moslims die het hier niet prettig vinden, oproept om dan maar te verkassen. We moeten niet vergeten dat hij dat zegt als burgervader en niet als moslim. Hij praat vanuit zijn functie en dat hoort ook zo. Hetzelfde geldt voor Bouchallikht, zij wordt steeds gewezen op haar geloof, terwijl dat en haar hoofddoek voor haar een gegeven zijn en zij juist kiest voor een duidelijk stellingname op het gebied van klimaat.

Het is alsof je niet mens én moslim kan zijn. Alsof je je altijd moet verantwoorden over waarom je dingen zegt en doet. Terwijl dat juist de ontwikkeling vertraagt, omdat je dan bezig bent met elkaar veroordelen en niet zoeken naar een middenweg waarop we allemaal sneller door kunnen werken aan waar ons talent ligt.

Wat is er mis met islamitisch geïnspireerd zijn?

Waarom laten we niet zien dat we geen ‘godsdienstwaanzinnigen’ zijn, maar weldenkende mensen die hun geloof als belangrijke bron in hun leven zien. Zijn we niet allemaal mensen van “La illaha Illalah” en is wat we vanuit die geloofsgetuigenis doen niet vooral een super persoonlijke keuze?

Kunnen we niet samen de moed opbrengen om de rust die ons geloof ons geeft, centraal te stellen?

Laten we alle moslims die hun plek hebben gevonden op sturende posities in Nederland, mentaal steunen via een smeekbede. Laten we God vragen om hen het beste resultaat te geven binnen hun werk en dankbaar zijn voor alle zegeningen die wij krijgen als moslims in Nederland.

 

 

De meningen geuit in de columns behoren toe aan de individuele auteurs en vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs de standpunten van IslamOmroep.